Close menu
De heilige Dunedin sound
Flying Nun Records

Tekst: Tim Leenders

De heilige Dunedin sound

Eind jaren zestig werd de serie ‘De Vliegende Non’ door de AVRO uitgezonden. “Dankzij een bijzondere nonskap en haar gewicht van slechts 45 kilo kan ze vliegen. Door haar vliegkunsten is ze meer in staat om anderen te helpen.” Prachtig. Dat zouden meer mensen moeten doen. Een dikke tien jaar later zoekt een nieuw Nieuw-Zeelands label een naam, en tijdens wat dronkenmanspraat komt de serie ter sprake; Flying Nun Records is geboren. Zo’n vijftien jaar terug kom ik op het spoor van het label. Gevalletje muziek­liefde op het eerste gehoor. Of ik wat van die liefde wil delen in het Bukblad? Ja-zéker.

Roger Shephard hangt als twintiger begin jaren ’80 rond in Christchurch, de grootste stad op het Zuidereiland. Hij ziet daar opwindende nieuwe bands die met post-punk en indiepop aan de haal gaan, en wil voorkomen dat datgene wat hij hoort ongedocumenteerd blijft. Samen met zijn vriend Paul Smith zet hij een label in de steigers. Doe-het-zelf en independent moet het worden, op dezelfde leest geschoeid als Britse labels zoals Rough Trade, Factory, Postcard en 4AD. “There is no way that you can make money from singles in New Zealand”, zegt Shephard. Toch volgt al snel de eerste release: de 7” Ambivalence van The Pin Group.

3 Needles Plastic

The Clean
In mei ’81 komt een relatief onbekende band uit het zuidelijk gelegen Dunedin naar Christchurch: The Clean. De band rondom de broers Kilgour speelt een soort psychedelische garagepop. Hamish en David Kilgour  raken als tieners bedwelmd door de punk, en als ze zelf wat goedkope instrumenten bij elkaar zoeken en beginnen met spelen, komt ook de invloed van The Velvet Underground snel naar boven. Roger Shephard is meteen verkocht en benadert de band na hun show in Christchurch. The Clean neemt in vijf uur tijd hun eerste single op in een geïmproviseerde tuinhuisstudio. Tally Ho! gaat als een schokgolf door de Nieuw-Zeelandse muziekindustrie, en zet The Clean en Flying Nun onverwacht, onbedoeld en heel plotseling op de kaart. En dat alles voor 50 pond. (Voor de rekenaars, inderdaad, tien pond per uur). Flying Nun schakelt vrienden en kennissen in om aan de vraag naar Tally Ho! te kunnen voldoen. Telefoons en orders moeten opgenomen worden, de boel moet bezorgd worden, en ondertussen proberen ze de single op tijd bij te laten drukken. Het label is vertrokken. Maar wel: op eigen termen en met een DIY-mentaliteit.

The Dunedin Sound
Mijn bedoeling was eigenlijk niet om een college geschiedenis te geven. Hoe het verhaal verder gaat, kun je veel uitgebreider en beter lezen in het prachtige ‘Needles & Plastic’. Dit in 2022 verschenen boek documenteert de eerste acht jaar van het label. Alle releases worden besproken, ondersteund door een schat aan beeldmateriaal. Toch is het nog interessant om hier de in ‘81 uitgebrachte verzamelaar Dunedin Double te noemen. Op vier plaatkanten worden vier nieuwe bands uit Dunedin vastgelegd. Een concept dat te vergelijken is met een ander genredocument: op No New York deed Brian Eno in ’78 hetzelfde met vier New Yorkse no wave-bands. Achter de knoppen van de viersporenrecorder in Nieuw-Zeeland zit Chris Knox, een actieve speler en muzikant binnen de Flying Nun-scene. Op de Dunedin Double maakt het publiek kennis met The Verlaines, The Chills, The Stones, en komt ook The Clean weer langs.

Met deze release is ook de term ‘Dunedin Sound’ geboren. Een term die onlosmakelijk met het label verbonden zal raken. Zoals bij zoveel muziektermen is een definitie soms ook een beperking. Toch zijn er dingen te noemen die bij veel Flying Nun-bands terug te horen zijn. De muziek mag rammelen en lo-fi klinken. Ingrediënten? Een vrij rechttoe-rechtaan drumpatroon, geïnspireerd op de Velvets of andere protopunk-bands. Een huppelende, melodieuze baslijn. Ander handelsmerk: de jangle – de Nederlandse vertaling ‘rinkelen’ komt misschien in de buurt – van de gitaren, een geluid dat teruggrijpt op het gitaargeluid van o.a. The Byrds. Het laatste herkenbare ingrediënt is de popmelodie. Kort gezegd: de Dunedin Sound is janglepop.

4 The Chills

Tijd om wat te luisteren misschien. Op de Bandcamp-pagina van Flying Nun vind je ‘Tally Ho! Flying Nun’s Greatest Bits’, een mooie introductie op de output van het label. Vanuit daar kom je vanzelf uit op veel meer fraais.

Flying Nun over de grens
Het duurt even voordat de Dunedin Sound haar weg buiten Nieuw-Zeeland vindt. De eerste band die in de UK aandacht krijgt is The Chills. In 1985 zijn zij de eerste Flying Nun-band die overzees gaat optreden. Ze spelen in Engeland een hele rits shows, en nemen een sessie op bij John Peel. In ’86 brengen ze hun verzamelaar Kaleidoscope World niet alleen bij Flying Nun maar ook bij het Britse Creation Records uit, en die plaat gaat als warme scones over de toonbank. The Bats, met Clean-bassist Robert Scott als frontman, volgt later dat jaar met een tour in Engeland. Ook The Clean is in die dagen benaderd om te komen spelen, maar moeder Kilgour legde de hoorn van de thuistelefoon weer neer nadat ze even een onverstaanbare Engelsman aan de lijn heeft gehad.

0015005254 10

Invloed
Het geluid van de Flying Nun-bands vindt ook zijn weg naar andere bands. Een van de eerste bands die door de Dunedin Sound beïnvloed zegt te zijn, is meteen geen kleintje: begin jaren ’80 uit Michael Stipe van R.E.M. zijn bewondering voor The Clean. Later zullen ook Mudhoney, Stereolab, The Stone Roses, Yo La Tengo, Pavement en Guided By Voices verschillende Flying Nun-bands als invloed noemen. Dichter bij huis zijn Mauro Pawlowski en Bettie Serveert fan. Het label zelf is dan al een tijdje uit aan het doven, midden jaren ’90 is de output van de meeste Flying Nun-bands aardig opgedroogd. Er worden nog wel wat releases voor het eerst op cd uitgebracht, maar dat was het dan ook.

In de tweede helft van de jaren ’00 volgt een opleving. Op labels als Woodsist, Slumberland en Captured Tracks flirten o.a. Crystal Stilts, Real Estate, Fresh & Onlys en Woods met lo-fi, jangle en psychedelische pop. De naam Flying Nun gaat weer vaker over de lippen. Zo kan het dat The Clean, na jarenlang onder de radar te hebben geopereerd, op Primavera Sound 2010 speelt en daar het affiche deelt met de jongere bands die de Dunedin Sound hebben ontdekt. Met vrienden ben ik toevallig op dat festival, maar pas een jaar later leer ik Flying Nun en The Clean kennen. Te laat om de band ooit nog live te zien, zo zal blijken.

2 Dunedin Double

De non vliegt weer
De opleving valt samen met het moment dat Roger Shephard de rechten van Flying Nun terugkoopt. Shephard gaat samenwerkingen aan met eerder genoemde labels, en moeilijk te verkrijgen platen worden weer gedrukt. De website en de nieuwsbrief zijn springlevend. Allemaal keurig op tijd om weer een nieuwe generatie fans te gaan vinden. En zie daar: een paar jaar na de wedergeboorte dweept een nieuwe lading bands uit Nieuw-Zeeland (en Australië) met de Dunedin Sound. Wat persoonlijke favorieten? Dick Diver, Scott & Scarlene’s Wedding, The Stevens, The Twerps, The Stroppies, The Beths. Uitgegeven op kleine, onafhankelijke labels, met eenzelfde ethos als Flying Nun. Sla dit Bukblad dicht, doe je nonskap af, en duik zelf in de wereld van Flying Nun.

Terug naar overzicht

Deel dit artikel

Lees ook deze:

Hou mij op de hoogte!

Laat mij weten wanneer een nieuwe editie beschikbaar is.