
Tekst: André Steenbergen
Punk’s Not Dead? Punk’s Your Dad!
Twee keer per jaar, in april en november, wordt er in de Brabanthallen in Den Bosch de Mega Record & CD Fair georganiseerd. Met zo’n 550 (!) standhouders verdeeld over twee enorme hallen met een omvang van een paar voetbalvelden is dit de grootste platenbeurs ter wereld. Met als missie ‘singletjes scoren’ gingen we op pad en kwamen we er achter dat anno nu de punk duur betaald wordt.
Het is zaterdagochtend 10:00 uur en ik bevind me in één van de Brabanthallen waarvan een deel van de ruimte van het label ‘metal - punk - alternative’ is voorzien. Dat opdelen in muziekgenres is efficiënt voor de zoekende platengek. Zoals ook het van te voren bestuderen van de dealerslijst en de plattegrond goed van pas komen. Een plan hebben strekt ook tot de aanbeveling, omdat het qua aanbod (honderdduizenden geluidsdragers!) anders domweg niet te doen is. Mijn missie is om me te beperken tot ‘de 7-inch wonders’, en dan het liefst die waarop gemene garagerock, hoekige post-punk of noisy art-rock te beluisteren valt.
Bij een kraam met interessant spul is het al flink dringen geblazen, ondanks het vroege tijdstip. Naast mij wringt een enorme man, kaal, geheel gekleed in het zwart en voorzien van een grote hoornen bril, zich in mijn aura. Aan zijn Engels hoor ik dat hij een Duitser is: “I wanz zu hef a look at zhat ‘Deep Wound’
seven-inch!”…
… en hij wijst over de schouder van de verkoper naar de, in plastic hoezen gestoken, singletjes die achter de kraamhouder hangen. Mijn oren spitsen zich en mijn blik vliegt naar het ‘douchegordijn van singletjes’ achter de platenbaas. Ik hoorde hem toch echt Deep Wound zeggen! Ik besef meteen dat ik net zo’n freak ben als de omvangrijke, al wat oudere Germaan ter linkerzijde van me. Ik weet namelijk dat Deep Wound de high-school band was van J. Mascis en Lou Barlow, voordat zij Dinosaur Jr. oprichtten en furore maakten in het alternatieve USA-gitaarbandjes-circuit. Naast wat demo-cassettes is de single uit 1983 het enige, zeer obscure wapenfeit van Deep Wound en, eerlijk gezegd, als J. en Lou er niet in hadden gezeten was deze generieke hardcore US punk totaal aan iedereen voorbij gegaan. Geen klap aan wat mij betreft, maar bijzonder is het wel om het schijfje in het wild tegen te komen!
Hij besnuffelt de gehele single. Hij snift en snuift zelfs diep in de hoes!
En laat dat nu meteen ook het allerleukste van Record Fair in Den Bosch zijn; je kijkt je ogen uit je kop en komt er − naast vreemde vogels, oprecht lieve platenbazen, rasta’s, freaks, devote Madonna-fans, metalheads, nerds, bejaarden en jeugdigen − vooral originele, unieke platen tegen die je nog nooit van dichtbij hebt mogen aanschouwen. En dan hebben we het bijvoorbeeld over de eerste persing van
‘A Love Supreme’ van John Coltrane, mid-70s punk uit de UK, desert-blues albums diep uit de Sahara (met het zand er nog aan) en de donkerste antichrist, doom-metal uit Scandinavië. Je kunt het zo gek niet bedenken of één van de internationale verkopers heeft het wel bij zich.
Ik loer ongegeneerd naar de Duitser, die met een plechtig gebaar het kleinood aangereikt krijgt van de eigenaar van de kraam. Naïef als ik ben, denk ik dat er rechtsboven in de hoek het toerental staat van 45 rpm. Maar als het plaatje oversteekt en vingers verplaatst worden, zie ik dat er 450 staat! Aaaargh, het ding kost 450 euro! De Duitser knippert niet eens met zijn ogen en lijkt geenszins onder de indruk van het bedrag. Hij brengt de single tot vlak voor zijn gezicht, bestudeert het plaatje kort en begint er dan tot mijn grote verbazing flink aan te ruiken. Hij besnuffelt de gehele single. Hij snift en snuift zelfs diep in de hoes! Ik sta paf. Voor ik het besef, geeft hij met een snel gebaar de single terug aan de verkoper, zegt ‘Zenk joe’ en stiefelt weg richting een volgende kraam.

Bij het passeren hoor ik hem tegen sein Freund zeggen dat hij wacht met deze 7-inch en eerst verderop een stel andere obscure en prijzige platen wil kopen. ’s Avonds weer thuis kan hij sowieso zeggen dat hij aan een Deep Wound single gesnuffeld heeft. Geef toe, wie kan hem dat na vertellen?
Thuis kan ik in ieder geval zeggen dat ik voor het eerst van mijn leven ‘Teenage Kicks’ van The Undertones (al jaren op mijn lijstje) ben tegengekomen. De prijs? 350 euro! Ik had geeneens meer zin om eraan te ruiken. Laat maar. De punk wordt duur betaald anno nu, dat bleek al. “Punk’s not dead, punk’s your dad!” geldt op dit platen-walhalla. En de dad is dan een vader met een bijna afbetaalde hypotheek… Maar eh, is het louter ‘persoonlijke leningen afsluiten’ en ‘financieel leeglopen’ op dit giga-festijn en hebben alleen de zakkenrollers (er wordt steeds omgeroepen “beware of pickpockets!”) een topdag? Welnee, je moet goed weten wat je wil, je niet gek laten maken en stug doorzoeken! Ik slaag met bijna 15.000 stappen op de stappenteller meer dan prima en kan van mijn lijstje o.a. fraaie, zeer betaalbare 7-inches afstrepen van Crime, The Fall, ‘Gary’s Gilmore Eyes’ van The Adverts, The Teardrop Explodes, Swell Maps, Action Swingers en nota bene The Green Telescope (woohoo, zie Bukblad nr 9!).
Onwillekeurig heeft Deep Wound toch indruk op me gemaakt, want ik neem ook Dinosaur Jr’s ‘Just like Heaven’ (een cover van The Cure) mee. Echter, mijn beste en goedkoopste vondst is The Spoiled Brats (heerlijke naam) met hun eerste single. Snotty, lo-fi garagepunk op Rip Off Records. De naam van het label zegt het; niet te serieus nemen dit alles en vooral niet teveel betalen. Immers, Punk’s not dead!