Close menu
Misty Fields
Festivalverslag

Tekst: Edwin Timmers
Foto: Mark Olijslagers

Misty Fields

Ouwehoeren schijnt ook bij de festivalbeleving te horen, net als onnodig veel bier drinken. Een persoonlijk record: twee dagen, twee nachten en een voormiddag, niet eerder ben ik zo lang op een festival geweest. Veel moois gezien en gehoord en veel moois niet gezien.

In Bukblad 5 hadden we een interview met Søwt. Vurig hoopte ik dat ze op Misty Fields zouden spelen. Ze waren niet geboekt, maar speelden er uiteindelijk wel ter vervanging van A Giant Dog. Vurig hopen helpt kennelijk. Søwt was de eerste band die ik daar in Heusden zag en wat waren ze goed. Publiek en band tilden elkaar op naar een hoger plan. Geweldig. Daarna door naar New Candys, die puik speelden maar me niet vast konden houden. Hetzelfde gebeurde bij Gitkin. Misschien zat er nog teveel Søwt in mijn bloed. Mijn oor werd vervolgens gestreeld door een fel Stiff Little Fingers-achtig zanglijntje. Snel naar het bospodium waar The Clockworks speelden. Live lekker vinnig. Fijne voorwaarts-podiumaanwezigheid en in staat tot het bedenken van scherpe songtitels als The Future Is Not What It Was. No future is terug. Daar is niet tegenop te zuipen. Blij ging ik door naar Maruja, een punkjazz-band volgens de aankondiging, maar evengoed noem je het spierballenprog. Ook hier smolten publiek en band samen. Iedereen strak op adrenaline, heerlijk. Dan Bug Club. Een ontwapenend lieve band met liedjes die als gevolg van het vele live spelen wat opgerekt zijn met solo-achtige intermezzi. De een vindt dat niet nodig, de ander smult ervan.

Sowt misty fields

Daarna The Murlocks, wier muziek me deed denken aan southern rock en dat is prima. Wat heb ik genoten van de frontman van Ditz, die zwalkend en spottend de grenzen verkende van wat een show tot show maakt, een metashow zogezegd. Het indrukwekkendst vond ik het laatste kwartier waarin de band voortdenderde als bezeten fabrieksarbeiders met een bonus in het verschiet als ze meer produceren dan het vastgestelde quotum terwijl haar frontman het publiek trakteerde op poses en manipulaties, sigarettenrook en bezopen blikken, gejongleer met een microfoonstandaard en gefrunnik aan zijn felrode jurkje, zonder nog een woord te zingen. Hierna pikte ik nog een stukje Shame mee, maar er zat nog teveel Ditz in mijn bloed. En alcohol inmiddels ook. Bukbladcollega Mark O. en ik deelden een tent. Mark sliep op de tel dat hij zijn matras raakte, dus ik dronk de laatste borrel alleen, in een stoeltje voor de tent. Op enig moment in de nacht, hangend in het stoeltje, werd ik gewekt door een fee. Ze dwong me mijn naam te noemen. Toen ik mijn naam noemde, klonk ze opgelucht, wat niet aan mijn naam lag, maar aan het feit dat de aderen in mijn hersens niet gesprongen dan wel dichtgeslibd waren. De fee stuurde me naar bed. “Laat me maar,” probeerde ik nog, maar ze was niet te vermurwen. De zon was nog niet te warm toen ik ontwaakte. Mark zette koffie en Jong Nederland bakte eieren. Vijftien meter verderop verzorgden twee vrouwen van een imaginaire planeet een fitnessles op de muziek van Tramhaus. Ze nodigden iedereen uit om mee te doen. Achter onze tent namen twee mannen de avond ervoor door. “Ik heb een kristalletje gedaan, dus heb niks van het programma meegekregen,” zei een van hen. “Heee Edwin!” riep een jonge vrouw die onze tent voorbij liep. Hoe weet zij wie ik ben? Volgens de kleine kring rondom Bukblad is zij een geriatrisch verpleegkundige. Tijdens het volgens sommigen erg sterke optreden van Whitney K stond ik helaas op het verkeerde veld warm te draaien. Bier smaakte me nog niet. Beige Banquet bleek live potiger dan op plaat. Marathon knalde erop. Gitarist-zanger Kay gaf alles wat hij in zich had. Flyyng Colours vond ik geweldig mooi. Het bier begon me te smaken. Hierna het grote ouwehoeren. Uren later begaf ik me naar de grote tent voor de snoeiharde psychedelische metal van Slift. Het geluids-niveau ging voorbij de pijngrens, maar de band bleef fier overeind bekoren.

Bodega pakte mij niet, maar anderen wel in. De frontman van Tramhaus is een lust voor het oog. Hij is van elastiek. Ik sliep op de tel dat ik mijn matras raakte. Mark O. ging de nacht in. De zon was nog niet te warm toen ik ontwaakte. Mark zette koffie en Jong Nederland bakte eieren. Vijftien meter verderop opnieuw een fitnessles. Een voorbijganger bewoog vol overgave mee en dat werd zeer gewaardeerd door de twee instructrices van de imaginaire planeet.

Terug naar overzicht

Deel dit artikel

Lees ook deze:

Hou mij op de hoogte!

Laat mij weten wanneer een nieuwe editie beschikbaar is.