
Tekst: Reverend MC & Pappa Shotgun
Hoe R&B Jamaica veroverde
Jamaica, ‘The Loudest Island In The World’, is de geboorteplaats van de levensbeschouwing Rastafari én van Reggae, met als bekendste icoon Bob Marley, die Jamaica op de wereldkaart zette.
Reggae kwam via Rocksteady voort uit de Ska. Meer dan vijftien jaar voor No Woman No Cry en twintig jaar voor Baggy Trousers zagen de eerste Ska-singles het licht. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen Amerikaanse muziekgenres als R&B en Jazz aan land en vermengden zich met Caribische muziekstijlen als Calypso, Mento en de religieuze processie muziek van de Maroons. New Orleans was een smeltkroes van etniciteiten en dito muziekstijlen. Afrikaanse ritmes, Swing, Brassband, Ragtime en Shuffle-blues leidden tot R&B typisch voor New Orleans. De singles en het geluid ervan kwamen in Jamaica terecht via de radio, Amerikaanse soldaten gestationeerd in Jamaica en Jamaicaanse arbeidsmigranten in Amerika. Volgens sommigen namen de matrozen uit Jamaica de beat die ze in bars hoorden mee naar huis en de rest is geschiedenis. Pioniers als Coxsone Dodd, Duke Reid, King Edwards, Stranger Cole en Prince Buster pikten de R&B singles gretig op en draaiden deze op hun sound systems, mobiele disco’s in de straten van Kingston, Beat Street, en maakten zo de muziek toegankelijk voor de massa. Deze Sound Systems hadden namen als Downbeat, The Trojan, The Giant en The Voice Of The People. Ze hadden hun eigen DJ’s. Coxsone Dodd had Count Machuki, die op z’n beste Amerikaans de plaatjes aan elkaar praatte. De concurrentie was hevig, titels werden doorgekrast om niet te verraden wat er werd gedraaid. Zij begonnen hun eigen platen te produceren, R&B muziek met het accent op de tweede en vierde tel. Laurel Aitken, Lloyd Clarke, Byron Lee, Eric Morris, Derrick Morgan en Owen Gray behoren tot de eerste Ska-artiesten. Welke R&B nummers waren belangrijk voor de ontwikkeling van Ska? Volgens Prince Buster, producer van The Folkes Brothers en maker van singles als Madness, One Step Beyond en Al Capone in de eerste helft van de jaren zestig, was alles terug te voeren op Willis ‘Gatortail’ Jackson’s Later For The Gator. Millie Small nam See You Later Alligator op en ook Be My Guest van Fats Domino op en natuurlijk My Boy Lollipop, dat in 1956 al door Barbie Gaye werd opgenomen. Be My Guest en My Boy Lollipop waren grote hits op de Sound Systems en de accenten op de off-beat waren niet aan dovemansoren gezegd. No More Doggin’ van Rosco Gordon was volgens Chris Blackwell een bepalende factor in het ontstaan van Ska. Laurel Aitken baseerde Boogie In My Bones op dit nummer. Every Shut Eye Ain’t Sleep van Eddie Chamblee & His Orchestra was een Sound System favorite. De Skatalites waren dé Jamaicaanse huisband én jazzliefhebbers. In de jaren zestig speelden ze op talloze Ska-nummers, waaronder Ska-ra-van, vrij naar Duke Ellingtons Caravan, de basis voor hun sound.
12 tips
12. Mr. Foundation - See Them A Come.
11. Hitals - Rude Boy Train.
10. Three Tops - Lord Have Mercy.
9. Anthony Ellis - I’m The Ruler.
8. Derrick & Patsy - Housewife’s Choice.
7. Lloyd Clarke & Smithies Sextet - Now I Know The Reason.
6. Jackie & Doreen - The Vow.
5. Jacob Miller - Love Is A Message.
4. Clarendonians - You Won’t See Me.
3. Billy Cole - Rock All Night.
2. The Minstrels - People Get Ready.
1. The Soulettes - Hey Senorita.